In de IJsselhallen in Zwolle vonden de eerste Supermoto wedstrijden van 2009 plaats, georganiseerd door Indoor Motorcycle Event onder auspiciën van de MON. Saillant detail, het werd mijn stadioncross debuut. En ook mijn MON debuut. Het circuit bevatte zand, klei, bulten, wasborden en een paar platen beton van ongeveer 150 m. lengte in totaal. En natuurlijk het fameuze starthek, zoals gebruikelijk in de cross!
Vrijdagavond arriveren we in Zwolle en het begint al goed. Tientallen kreupelen, armen in mitella’s, mannen met krukken, een nationale topper met een gebroken kaak naar het ziekenhuis… Waar ben ik nou weer terecht gekomen? Maurice Merckelbach staat vlak naast ons en die vertelt over de lay-out van de baan, waarop ik besluit de slicks te verruilen voor regenbanden in verband met profiel. Ik haal de motor uit de kar en begin te sleutelen, in het donker bij een temperatuur -5°C. Tja, dat is weer even terug naar af, als je een warme pitbox gewend bent. Ik durf het niet aan om de bouwlamp aan te zetten, omdat we met 5 caravans en campers op 1 Praxis haspeltje zitten. De wielen zitten er weer in en ik controleer de remmen. Wat nu weer? De achterrem doet het niet. Wat ik ook probeer, ontluchten, remolie erbij, niets werkt. Conclusie, kapot. En wat een voorrem voor de wegrace is, dat is de achterrem voor offroad: essentieel.
Gelukkig staat Hans de volgende ochtend om 7:10 uur voor de deur. Snel naar Yamaha specialist Gebben Motoren om een revisieset voor de achterrempomp te halen. Probleem opgelost, maar daardoor heb ik de tijdtraining gemist en sta ik als laatste in de B-groep gekwalificeerd. Wel lastig om je 1e meters meteen in de wedstrijd te moeten maken, maar het is niet anders. Als een toerist rij ik rond en ik heb nog een paar momentjes op het wasbord, maar weet de motor rechtop te houden. Ik word op 3 (!) ronden gereden en ben de laatste rijder die de finish haalt (nuance: dus formeel niet laatste). Ik rij de B-finale en dat gaat weer een stuk beter, want ik rij 6 sec. sneller dan vanmorgen. Uiteindelijk eindig ik als 8e van de 10 rijders.
Zondag is het werkelijk stervenskoud. Gelukkig, en voor de rest van de dag hopelijk, hoef ik niet te sleutelen. Om 9:10 uur is de tijdtraining. Toch wel lastig als je geen ochtendmens bent en je krijgt maar 5 min. om je best te doen op een niet vertrouwde ondergrond. Zuchtend en steunend kom ik over de finish. Ik heb het zwaar en dat is te merken aan de rondetijden. Die zijn lang niet goed genoeg voor de A-groep. De 1e wedstrijd in de B-groep wordt een leuke. Ik ben natuurlijk geen zandhaas en ben de langzaamste van de 13 man in deze groep. Maar werkelijk IEDEREEN maakt fouten: valpartijen, stuurfouten, motor af laten slaan. Er is echter 1 man in de baan, aan wie al deze ellende compleet voorbij lijkt te gaan. Stoïcijns rijdt hij zijn rondjes en maakt geen enkele fout. Na afloop gaat deze man het uitslagenbriefje halen en ziet tot zijn stomme verbazing dat hij 7e is geworden en daarmee in de A-finale terecht is gekomen! Ja, een oude racewijsheid luidt: “To finish first, first you have to finish”!
Als laatste sta ik gekwalificeerd voor deze finale en op de 2e startrij. Een goede start is dus uitgesloten, maar in dit veld voor mij niet zo belangrijk, omdat iedereen toch sneller is dan ik. Er is echter 1 plek waar ik tot de snelsten behoor en dat is natuurlijk op de betonplaten. Hoe snel ze ook zijn, ik weet elke keer later te remmen. Dat ze me daarna in het zand inhalen, so what! Hee, ik moet natuurlijk wel de wegrace eer hooghouden en dat is dus op het beton. Uiteindelijk rij ik nog mijn snelste rondetijd van het weekend en word 12e van de 14 man. In de einduitslag over 2 dagen word ik toch nog 15e van de 22 man. Hartstikke leuk om dit eens meegemaakt te hebben!