Na de problemen met de achterkant heb ik bij leverancier Zweitze Rooske een zwaardere veer in de achterschokdemper laten monteren. Ook heb ik bij Ruud Fredriks de motor op de Dynojetbank gezet om het vermogen te controleren. Deze was teruggezakt van 170 PK naar 164 PK. Niet verontrustend, wel vervelend in die zin, dat ik het op de rechte stukken duidelijk merk. Het is alweer een tijd geleden dat ik iemand op snelheid heb ingehaald. Nou ja, mooi winterprojectje zullen we maar zeggen.
Het was behoorlijk druk op de paddock met al die auto’s erbij. Het Kahuna RB Racing Team had weer een fantastische hospitality geregeld. Pitboxen waren helaas niet aan de motorrijders besteed, met uitzondering van Ten Kate Honda en Suzuki Nederland. Tja, daar zit het echte geld. Het weer was wederom anders dan voorspeld: perfect raceweer in plaats van gigantische regenbuien zoals vrijdag, die ook voor zaterdag en zondag waren voorspeld.
De 1e training ging ronduit waardeloos: schakelpedaal stond verkeerd, wederom een opgepompte arm (oorzaak gevonden: te krappe handschoenen) en problemen met de achterschokdemper. Een belachelijke tijd van 1:53.070 bracht me op de 32e plek. Eigenlijk viel me dat nog mee, want ik dacht dat ik daarmee laatste man was. Bij iedere bocht moest ik 30 meter eerder remmen dan normaal, omdat de achterkant alle kanten op vloog. Iedereen remde me er dus uit. In de pauze mijn Dainese handschoenen gepakt, waarmee ik ooit begonnen was (oud, versleten en lekker ruim), maar waar je absoluut niet meer mee kan gaan liggen op het asfalt. Jaap de Leeuw heeft mijn arm gemasseerd, om de verzuring eruit te krijgen.
Ondertussen had ik Zweitze Rooske gebeld, die bij de WK Endurance op Oschersleben zat. “Rebound iets losser!”, was het kort en bondige advies. Ik besloot de uitgaande demping 2 klikjes los te draaien. Nu moest het gebeuren, want door het ontbreken van de warming-up op zondag zou dit het laatste moment zijn om iets te proberen. Probleem was wel dat dat meteen moest gaan lukken, want een strakke tijd c.q. PR was noodzakelijk. De vering voelde meteen goed en ik kon eindelijk weer mijn oude rempunten aanhouden. Dat gaf vertrouwen. Per rondje ging ik harder om op een gegeven moment “Best Lap” in mij display te zien, een dik PR met 1:50.697!!! Dat is 2.5 sec. sneller dan de vorige training. Ik besloot om de pitstraat binnen te rijden en dit met monteurs Hans Terschegget en Thijs de Vries even uitgebreid te vieren. Het was gelijk een moment om mijn arm even rust geven. Met nog 4 min. te gaan besloot ik baan weer op te gaan om nog 1 rondje lekker los te rijden. Wat bleek, wederom onder mijn oude PR! Heel soepel kwam ik tot 1:50.983!!! Dat was nog eens opsteker!
De zondag was een stralende dag, terwijl niets dan ellende was voorspeld. 46.000 mensen op de tribune! Tjonge, alleen bij de TT en de WK Superbike komen er meer mensen naar motorraces kijken. Dat is nog eens een decor! De motor is klaar, maar ik voel nog de pijn van gisteren in mijn arm. En 14 ronden, dat is heel erg veel, duurt heel erg lang en dan ook nog eens voluit. Sighting lap, even zwaaien naar het publiek. Opstellen, parapludame, even kijken naar de volle tribunes, fantastisch! Opwarmronde. Even zwaaien naar Patricia, die net de camper opklom om daar plaats te nemen. Opstellen, rode lampen aan… rode lampen uit en gaaaaaaaaas! Mijn start is voor mijn doen goed. Ik kom helemaal buitenom de Haarbocht door en zit achter René Schokker, die achter Jeroen Westendorp en Mile Pajic rijdt. En paar plekken daarvoor zie ik Alwin Hes. Jongens, dit zijn mannen die ik normaal alleen voor en na de wedstrijd zie!!! Voor Ruskenhoek haal ik René in en zit aan de uitlaat van Jeroen. Lastig, René pakt me terug. Ondertussen maakt Alwin een fout en die komt binnen bereik. Ik passeer René weer bij Stekkenwal, hij pakt mij weer terug bij Hoogerheide. Heerlijk is dat om zo te racen!!!
Ondertussen zijn Jeroen, Alwin en consorten door de stoeierij met René weggelopen. Ook krijg ik weer flink last van mijn arm. Het aftellen is begonnen. Halverwege! Ik verlies weer een plekje. Nog 4 ronden, langzaam maar zeker komt het woord “opgeven” in mijn hoofd. Ik kan niet meer en het wordt nu echt gevaarlijk. De controle is zoek en bij Ramshoek gaat het al een keer bijna mis. Een na laatste ronde. Probeer uit te rijden. In mijn ooghoek zie ik iemand achter me, niet wetende dat het teammaat Arnout Visser is. (Eigenlijk had ik het wel kunnen weten, want we rijden altijd bij elkaar in de buurt.) Ik kom de Veenslang op, schakel door naar 6 en wil voor Ruskenhoek aanremmen. Ik knijp in de remhandel, maar het lukt niet meer. Met te hoge snelheid stuur ik nog wel in, maar dat is teveel voor de voorband en ik schuif met zo’n 150 km/u onderuit. Einde oefening. Motor beschadigd, pees in de linker pink gescheurd, knieband verrekt, bont en blauw. Jammer, jammer, jammer.
Toch blijf ik met een goed gevoel zitten:
• de magische grens van 1:50 komt dichterbij
• het was mijn meest constante race tot nu toe, alle ronden in de 1:51 met uitzondering van 2 x 1:52
• ik kom dichter bij de snelle mannen
• de oorzaak van het probleem met de onderarm is gevonden
• de vering is sterk verbeterd
• het jaar dat ik ook 3 keer crashte was mijn beste jaar tot nu toe (2004)
• en… wie kan er nou zeggen dat ‘ie op zijn bek ging voor 46.000 man?