Het paasweekeinde stond in het teken van jubilea. De 1e wedstrijd zou mijn 50e race in mijn carrière worden. De 2e wedstrijd zou mijn 25e KNMV Cup race worden. In de MotoGP krijg je dan een taart, maar ik moest het doen met een semi-rijsttafel van Lonny’s, die overigens prima smaakte. De vooruitzichten voor deze race(s) waren voor mij niet best: in de 3 voorgaande races had ik er nog nooit 1 punt gehaald en er was erg veel water, terwijl ik me nog geen vis voel op de R1. ’s Avonds eerst maar eens stickers plakken.
De 1e tijdtraining was dus op een kletsnatte baan. Het wil tussen mij en de R1 op het natte maar niet lukken: 2:04.290 en een 17e plaats. Teleurstellend, maar ik ben om 9:30 uur ’s ochtends nog nooit snel geweest. Moet dus beter kunnen. De 2e tijdtraining ging op een half natte baan. Je weet dat je op het droge spoor moet blijven en dus lukt dat vaak niet. Een psychisch verhaal: daar waar je naar kijkt ga je naartoe. Kijk je naar het natte stuk naast het droge spoor, dan… Een matige 1:45.726 bezorgde me een 16e trainingstijd. Niet veel beter dus, maar hee, het is dezelfde plek als vorige week en dat liep erg goed af. Je moet het positief bekijken! Ronald van Vliet stond als 9e ver voor me. Ver? Ach, 1 rij voor me helemaal aan de andere kant. Nogmaals, je moet het positief bekijken. ’s Avonds nog maar eens stickers plakken. De Spiderman-look is inmiddels weer in ere hersteld!
Een kwartier voor de 1e race besloten we (Ronald van Vliet, Teus Oskam en ik) om toch op regenbanden van start te gaan. Stress! Maar met de hulp van René Schokker (niet verkeerd, de kampioen die je velg wisselt!), Sjoerd Nauta en Martin de Graaf ging het toch vrij vlot. De baan was nog nat, zou waarschijnlijk tijdens de race wel wat opdrogen, maar dan zou de winst al gemaakt zijn. Tijdens de opwarmronde krijg ik problemen met de quickshifter. We stellen ons op, het rode licht gaat aan, het rode licht gaat uit… en mijn motor ook! K.. 2 handen in de lucht maar niet juichend, want er komen 20 gekken van achteren aanzetten. De kudde dendert langs me heen. Ik kijk achterom en zie niemand meer. Contact uit, quickshifter uit, contact aan, starten, in zijn 1 en wegwezen. De kudde was al 500 meter verderop, waar de 1e valpartij plaatsvond. Ik probeer bij de 1e bocht de “safety car” eruit te remmen. What’s in a name, hij ramde me zowat. De volgende bocht haal ik hem buitenom in en zie Ronald naast zijn motor staan. Geen goed weekend voor hem, want zijn camper is ook al gestrand. Maar je moet het positief bekijken! Als dit zo doorgaat lig ik na 30 bochten 1e! De bekende rode waas had reeds bezit van me genomen: de dood of de gladiolen. Wat een begin van mijn jubileum race.
Bij de 1e doorkomst had ik er al 4 ingehaald. Ik was helemaal los: links, rechts, binnendoor, buitenom, onderdoor, bovenlangs, achterste voren. Ik wist werkelijk niet meer waar ik me in het veld bevond. Verrek, daar heb je mede-pitboxgenoot Arjan Dekker. Die had ik toch al ingehaald? Blijkbaar had ik hem gelapt. Krijg nou wat, daar rijdt Teus. Wat er ook gebeurt, daar moet en zal ik voor finishen. Aldus geschiedde, netjes en zonder geweld. Hee, daar in de verte voor me rijdt Fausto Dhanis. Nu is Fausto niet de beste regenrijder, maar altijd nog goed voor een plek in de punten. Hij rijdt te ver weg om nog in te halen en ik word afgevlagd. Vloekend en tierend kom ik de pitbox binnenrijden en word ontvangen door een juichende en duimen omhoog stekende menigte. Ja, leuk gereden, maar wat schiet ik er mee op met zo’n bud-start? “Je bent 8e geworden!” Wat? Dat kan nooit. Snel ga ik de uitslag ophalen en het klopte inderdaad niet: ik was 7e geworden en Teus 10e! Zo’n 30 man ingehaald, waarvan een aantal zelfs 2 keer! Nou, zo’n jubileumrace vergeet ik natuurlijk nooit meer. Maar hee, had ik dit scenario al niet eerder meegemaakt? Een deja vu maakte zich van mij meester. (zie: KNMV Cup 12 juni 2004).
In de middagpauze ben ik flink met de quickshifter en de achterschokdemper in de weer geweest. Het zou een echte regenrace worden en ik had het idee dat de vering achter niet goed stond. In de opwarmronde bleek de quickshifter weer niet goed te functioneren. Op de grid schakel ik hem maar uit. Geen risico nemen! Het rode licht gaat uit en ik start matig en val ongeveer terug naar de 20e plek. Ultralaat remmen bij de 1e bocht en krap insturen leverde me meteen zo’n 6 a 7 plaatsen winst op. Ik haal vervolgens nog paar man in, daarna Ronald en ben meteen op stoom. De veringaanpassingen hebben het gewenste resultaat. Ik voel me meteen vertrouwd en ga vol gas door. Ik haal nog een paar man ik en kom in gevecht met Norbert ten Vregelaar, een nieuwe snelle man uit de 600 klasse. Er ontstond een mooi duel, waarbij we elkaar inhalend door het veld gingen. Inmiddels was ik aan het achterwiel van Dylan Kroeze beland, die op de 7e plaats reed. Zijn R1 loopt een stuk harder, waardoor ik met later remmen er weer bij kwam. Juist op het moment dat ik hem er in de bochtenserie tussen wil steken krijg ik een halve highsider, waardoor Norbert weer binnendoor komt. Ik hou de motor onder controle, maar het gat is direct zo’n 40 meter. Met nog 1,5 ronde te gaan en een heleboel achterblijvers lukt het me wel om weer aan het achterwiel te komen van Dylan, die inmiddels is gepasseerd door Norbert. Nog een paar bochten, ze halen iemand in, ik zie geen blauwe vlag, het gaat dus om een plek, ik moet mee. Ik probeer hem eruit te remmen voor de chicane, maar het lukt niet. Nog 1 bocht, voor start/finish, hij stuurt in, ik gooi me voor hem op de ideale lijn, blok hem door direct heel even van het gas te gaan, weer vol op het gas en het gaatje is geslagen. Direct achter Norbert en Dylan word ik 9e. Perfect, een versteviging van mijn positie in het klassement. Ik kijk om en het is Adriaan Loef op 1 ronde. Bedankt baco! Ronald komt 10 sec. later als 10e over de streep en Teus wordt keurig 14e. Tevreden kom ik de pitbox binnenrijden. “Hm, je kunt beter achteraan starten, dan finish je hoger!”, was het algemene commentaar. Tja, wat moet ik daar nou mee?