Het seizoen was over. Dat was de conclusie na de Sport Grid Time van gisteren. Ik belde Ronald van Vliet en Wouter de Wit, twee van mijn racematen, met de mededeling dat de Aprilia het begeven had. Voorlopige conclusie was een kapotte aandrijfas en de hoop dat er geen verdere motorische schade was ontstaan. Hun medeleven en suggesties voor oplossingen trokken me in ieder geval weer uit de dip waar ik in zat. Wouter had een geweldig idee. Hij had een tijd geleden een Yamaha R6 gekocht, maar zijn oude Suzuki GSX-R600 nog niet verkocht. Op de Suzuki kon ik toch de laatste KNMV Cup van het seizoen op Assen rijden. Ik twijfelde in 1e instantie, omdat ik nog nooit op een andere racemotor had gereden dan een RSV Mille. Wouter vond dat een mooi moment om daar maar eens een einde aan te maken (mijn broertje Guido vond dat een mooi moment om bij te zijn: Paul Haullussy op een Japanner, dat hij dat nog mocht meemaken). Wetende dat ik hierop wel kansloos zou zijn voor een goede klassering, was ik hier natuurlijk wel heel erg blij mee. Ik kon er weer bij zijn en in ieder geval mijn wedstrijd rijden. Tegelijkertijd had ik besloten dat het seizoen op mijn eigen motor afgesloten moest worden. Hiervoor moest ik dus op mijn beslissing terugkomen om de buitenlandse wedstrijden voor volgend jaar te bewaren. Ik ga dus op 9 september de allerlaatste KNMV Cup rijden op de Nürburgring in Duitsland!
Vanwege de hitte, die later 34°C bleek te zijn, hadden we met zijn 6-en ( Ronald van Vliet, William de Groot, Teus Oskam, Wouter en Jasper de Wit en ik) een pitbox gehuurd. Dat beviel ons allemaal zo goed, dat we en passant maar besloten dat volgend seizoen ook maar te doen. Zo’n pitbox is toch wel erg luxe, met zijn eigen douche en toilet, water elektra en zelfs de mogelijkheid om de rondetijden en uitslagen live te volgen (Teus had zijn TV meegenomen). Ik had besloten wel in mijn eigen klasse in te schrijven, maar me voor de kwalificatietraining terug te laten zetten naar de C-groep van de klasse tot 600cc. Reden: ik verwachtte er niet al teveel van en wilde mijn collega-rijders niet in de weg zitten met tijden van boven de 1:40. Als het goed zou gaan, zou ik vanzelf weer bij de A-groep terugkeren.
Toen ik voor de 1e kwalificatietraining de baan op ging, besloot ik terug te komen op mijn eerder voornemen om rustig te beginnen. Waarom zou ik niet net zo gaan rijden als ik gewend was met mijn Aprilia, rekening houdend met de rijkarakteristieken van een 4-cilinder. Resultaat: er waren maar 3 rijders sneller, waarvan er 2 op 1000 cc machines reden! Mijn tijd was onverwacht goed met een 1:35.302. Deze tijd bleek uiteindelijk goed te zijn voor de 32e startplek (van de 40) in de A-groep. Een geweldige verrassing natuurlijk. Mijn doel: niet laatste worden.
Mijn plan om Teus Oskam en Jan van Zeggelaar in de gaten te houden bleek toch wat te hoog gegrepen. Ik had Jan van tevoren al wat lopen zieken dat ik hem zou kloppen met een 600 cc-tje, dus die had al beloofd me in elkaar te zullen rammen als dat zou gebeuren. De start was desastreus. Ik keek achterom en zag helemaal niemand. Dat kan niet. Ik ga niet als laatste de Nationale in. In een ultieme poging wist ik er toch 1 achter me te houden en er kwam er nog 1 uit de pitstraat. Toen een paar ronden proberen bij te blijven en ik wist er toch nog een paar te verschalken, waaronder Henk Prusen met zijn Ducati. Teus en Jan waren toen al te ver weg. Ik kwam in een groepje met nog 3 rijders terecht waar ik strijd mee aanging. Over en weer haalden we elkaar in, echt kicken.
Uiteindelijk moest ik het toch op vermogen afleggen en de laatste 3 ronden besloot nog wel wat aan te dringen maar geen risico’s te nemen. Deze dag mocht niet kapot gaan met een kortgereden leenmotor. Het eindresultaat werd een 30e plek (Teus en Jan waren respectievelijk 20e en 22e). Toch nog 5 man achter me gehouden, zonder de uitvaller mee te tellen. Missie geslaagd en tevens een geweldige dag gehad.
Wouter en Jasper, allebei nog hartstikke bedankt!