Dag 0
De voorjaarstraining is voor mij voor het eerst niet van het wegrace type, maar Supermoto. Marcel van Drunen had voor de 2e keer deze reis georganiseerd. Ten tijde van mijn inschrijving was het nog zeer onzeker of ik ook daadwerkelijk in de Dutch Superbikes zou gaan starten komend seizoen, dus had ik begin december besloten mee te gaan. Vanaf vliegveld Weeze, 20 km. over de grens bij Boxmeer, vlogen we richting Sevilla. Daar vandaan reed ik met Wayne van der Schilt in een heuse Fiat Panda naar het 165 km. verder gelegen Antequera. Om 23:00 uur namen we onze intrek in een ****-hotel , met nog 40 rijders en zo’n 20 begeleiders, ouders en ander gespuis.
Dag 1
Het was nog 35 km. rijden naar het circuit in Campillos. Marcel had een mooi offroad stuk laten aanleggen achter het kartcircuit. De ochtend bestond uit sleutelen (stuur en steppies weer monteren) en vrij rijden. Maar eerst nam Marcel ons lopend mee over het circuit. Bij bocht 3 liet hij een spoor zien, waar hij de dag ervoor onderuit was gegaan met nieuwe banden. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. In de 1e vrije training ging Wayne precies op die plek in de 1e ronde onderuit en moest hij met een geblesseerde knie de rest van de dag aan zich voorbij laten gaan. Zelf reed ik een bocht uit en ineens reageerde de motor niet meer. Wat nou weer? De eerste indicatie duidde op een gebroken gaskabel, maar nader onderzoek wees uit dat de gashendel gebroken was. Gelukkig maar, want die is een stuk makkelijker te vervangen. Marcel had nog een oude liggen, dus ik was precies klaar voor de middagcursus: sliden. Ondanks windkracht 12 had ik verder lekker gereden en was eigenlijk klaar voor de dag van morgen: offroad. Overigens werd iedere dag afgesloten met een video-analyse door Marcel met tips en trucs.
Dag 2
De ochtend begon meteen met een offroad cursus. En niet even lekker eerst rondrijden, nee, meteen een hoge dubbele bult springen. Oeps. De eerste 3 keer ging het net half goed en kwam ik op mijn voorwiel tegen bult 2 aan. En de 4e keer donderde ik aan de achterkant van de heuvel af. Wayne en John Mooiman stonden toevallig daar te kijken en zagen dus hoe het niet moest. In de middag kregen we transponders en reden we alleen op het asfaltgedeelte. Als snelste tijd reed ik 1:22.889. Ik had mijn ingaande demping achter strakker gezet en dat was geen succes. John zat net achter me, toen ik aan het einde van het rechte stuk de bocht instuurde en de achterkant meteen weg was. Toen ik tot stilstand kwam, lag ik op mijn buik met de motor op mijn benen. John tilde de motor overeind, omdat ik er onderlag en er niet onder vandaan kon. Mijn allereerste Supermoto crash, dus! Positief is wel, dat als je onder de motor ligt, dat de schade daaraan meestal wel meevalt. In dit geval, alleen een rempotje. Die heeft een lokale dealer voor € 6 van een scooter afgeschroefd, dus probleem opgelost. ’s Middags had ik nog wat gereden, maar het vertrouwen in banden en vering op asfalt was behoorlijk aangetast.
Dag 3
Wederom heb ik die dag zowel op asfalt en offroad gereden. Met name dat laatste ging weer wat beter. Maar deze dag stond voornamelijk in het teken van John Mooiman. Tja, jonge jongens, hè? Doe je voor hoe het niet moet op zo’n dubbele bult, gaan ze het toch proberen. Conclusie: een hoge sprong met een landing zoals die je niet geleerd wordt, resulterend in een bezoek aan het ziekenhuis, een hersenschudding, gekneusde ribben en bekken en gebroken ego. Betsy, de vriendin van Bart Daalhuizen, was met hem in het ziekenhuis. Bart, Wayne en ik waren rond 19:00 uur in het ziekenhuis voor eventuele hand en spandiensten.
Dag 4
We hadden John met een conducteurspetje en een spiegelei bij het zwembad geparkeerd. Daarna zijn Wayne en ik Antequera even in geweest. Daar was weinig aan. Voor de rest van de dag hebben we döner kebab gegeten, wat goudgeel vocht laten stromen, sigaren gerookt en slap lopen ouwehoeren. Topdag dus.
Dag 5
In de ochtend hadden we een offroad cursus en een cursus “steppies aan de grond”. En daarna was er nog vrij rijden op het asfalt, waarbij ik inmiddels weer op mijn oude niveau zat, 1:22.738. In de middag volgde een heuse wedstrijd. Ik sta 14e op de grid en heb een wereldstart. Als 5e ga ik de eerste bocht in en als 7e kom ik het offroad gedeelte op. Dat gaat goed, dat gaat goed! Ik kom bij de tafel met 3 plateaus en spring zowaar in 1 keer op het 2e plateau aan de achterkant. Dan het “billen bij elkaar”-bultje. Ik besluit voor het eerst te springen… of niet… Ik beland met mijn voorwiel in de kuil achter de bult. En waar iedereen het parkoers vervolgt, verdwijn ik rechts richting de horizon. Uiteindelijk kost het me maar 2 plekken en wordt het treintje rijden. Ik ga de laatste ronde in en kom weer bij de eerste bocht en PATS! Voorwiel weg en vol op mijn kop. Race over. Ik viel vol op de klep van mijn helm en mijn nekbrace heeft mijn nek gered. De schade valt eigenlijk nog wel mee: wederom het rempotje en de klep van mijn helm.
Voor mijzelf was het meteen de laatste dag: dikke knie, pijnlijke enkel, misselijk en duizelig.
Dag 6
De laatste dag waren er voornamelijk wedstrijden. Ik heb wat rondgehangen, gekeken en geholpen. In de namiddag ben ik in bed gekropen en later bleek dat alles ondertussen in de trailer was gezet. Jongens, bedankt. Ik zou het bijna vaker zo doen.
Dag 7
Met Betsy, Bart en John ben ik naar Sevilla geweest. Leek me wel leuk, maar het weer leek wel op Schotland. Regen, regen en nog eens wind. Na het bezichtigen van een prachtig ministerie, of wat het ook was, zijn we naar het vliegveld getogen en hebben we daar de tijd doorgebracht met slap geklets en grote verhalen. Om 23:30 uur landde het vliegtuig op vliegveld Rheinland in Weeze en tegen middernacht nam iedereen afscheid van elkaar en van een topweek.